Mobiliteit hebben we allemaal nodig: of het gaat over de verplaatsing naar je werk, naar de school, om boodschappen te doen, naar je vereniging of op familiebezoek, we moeten ons vaak en veelvuldig verplaatsen. Belangrijk is dat we dit vlot en veilig kunnen doen, en dit ongeacht het vervoermiddel. Daar moeten we als lokaal bestuur aan werken! Door straten veilig in te richten, door investeringen in comfortabele en veilige fiets- en voetpaden, door te zorgen voor veilige schoolomgevingen, door gevaarlijke punten extra te beveiligen, en als sluitstuk ook te zorgen voor handhaving. Want regels moeten door iedereen nageleefd worden. Maar ook hoffelijkheid in het verkeer is nodig. Dat verschillende soorten weggebruikers aandacht en begrip hebben voor mekaar, ook dat zal de veiligheid alleen maar ten goede komen.

Zorgen voor een goede en veilige mobiliteit vereist een globale aanpak, die is uitgewerkt in een mobiliteitsplan. Dit globaal plan behandelt de verschillende vervoersmodi en bekijkt niet enkel het eigen grondgebied maar ook de verkeersstromen in de regio.

Wijkcirculatieplannen moeten in dit globaal mobiliteitsplan passen. Ze komen op een participatieve manier tot stand. Daarbij wordt de concrete problematiek in kaart gebracht samen met de inwoners, worden er nulmetingen gedaan en in overleg met mobiliteitsexperten en vertegenwoordigers van de buurt oplossingen uitgewerkt. Na een proefopstelling worden de effecten van mogelijke ingrepen gemeten en bevraagd bij de inwoners. Die worden opnieuw ter bespreking voorgelegd tijdens een wijkoverleg. Ook de effecten op omliggende straten worden steeds mee in rekening genomen. Zo bekijken we elk mogelijk probleem in een breder kader.

Op vlak van openbaar vervoer blijft de ontsluiting van deelgemeente Halle een pijnpunt. Voor ons moet er zo snel mogelijk een rechtstreekse verbinding naar Antwerpen komen. En ook de stiptheid blijft een aandachtspunt. Want wie het openbaar vervoer wil nemen, moet ook op dat openbaar vervoer kunnen rekenen.

Het is van groot belang dat burgers zich veilig kunnen voelen in onze gemeente. Preventieve werking van de politie en aanspreekbaarheid van de wijkagent is hierbij primordiaal. Preventie waar het kan, handhaving waar het moet. Bestrijden van criminaliteit willen we dat kordaat gebeurt en op basis van een veiligheidsplan en analyses.

MOBILITEIT

Algemeen

• Zorgen voor een goede en veilige mobiliteit vereist een globale aanpak, die is uitgewerkt in een mobiliteitsplan. Dit omvat niet enkel het volledige grondgebied maar ook de verkeersstromen in de regio, en behandelt ook de verschillende vervoersmodi. Bestuurders voor doorgaand verkeer moeten op een vlotte manier gebruik kunnen maken van de verbindingswegen in plaats van hun weg te zoeken via woonwijken.
• Wijkcirculatieplannen komen op een participatieve manier tot stand. Daarbij wordt de concrete problematiek in kaart gebracht samen met de inwoners, worden er nulmetingen gedaan en in overleg met mobiliteitsexperten en vertegenwoordigers van de buurt oplossingen uitgewerkt. Na een proefopstelling worden de effecten van mogelijke ingrepen gemeten en bevraagd bij de inwoners. Die worden opnieuw ter bespreking voorgelegd tijdens een wijkoverleg. Ook de effecten op omliggende straten worden steeds mee in rekening genomen. Zo bekijken we elk mogelijk probleem in een breder kader.
• Bij het Vlaams Gewest blijven we aandringen op de aanleg van de omleidingsweg rond Zoersel. Zo kan het dorp weer verkeersluw worden. Dit grijpen we ook aan om, in overleg met alle betrokkenen, de leefkern opnieuw aan te leggen. De voorbereidingen daartoe starten we al op. Veiligheid, ruimte voor fietsers en voetgangers, toegankelijkheid, gezelligheid en groen zijn, daarbij onze toetsstenen. We bekijken welke ingrepen intussen al mogelijk zijn in overleg met het Vlaams Gewest.
• De auto blijft een belangrijk vervoermiddel. We voorzien daarom in voldoende parkeergelegenheden
• In de dorpskernen;
• Op plekken waar men kan overstappen op openbaar vervoer;
• In de nabijheid van openbare gebouwen en plaatsen;
• We gaan actief op zoek naar en investeren in alternatieve parkeermogelijkheden dicht bij de kernen in achtergelegen, afgebakende zones/parkeerhavens of bij grote handelszaken.
• Er werden in het verleden knips uitgevoerd in verschillende straten. We blijven de effectiviteit en de naleving daarvan monitoren en grijpen in waar nodig. Dat doen we steeds in samenspraak met de buurt en in het kader van een breder wijkcirculatieplan.
• We onderzoeken waar het aangewezen is vrachtwagensluizen te voorzien, bij voorkeur op basis van ANPR-camera's.
• We zetten de verledding van de openbare verlichting verder. We bekijken welke fietsverbindingen we kunnen uitrusten met slimme verlichting die aan- en uitspringt in functie van de aanwezigheid van fietsverkeer.
• We streven naar een vlot en veilig verkeer. Het is belangrijk dat de verschillende soorten weggebruikers aandacht en begrip hebben voor mekaar. Dit zal de veiligheid alleen maar ten goede komen.
• Hoe beter de verkeersregels worden gevolgd, hoe kleiner de kans op ongevallen. We zetten sterk in op sensibilisering rond hoffelijkheid, alsook op vorming en opfrissing van het verkeersreglement voor onder meer fietsers.
• We waarderen de inbreng van adviesraden. De huidige informele werkgroep verkeer verbreden we daarom naar een volwaardige mobiliteitsraad.
• Handhaving is het sluitstuk van een sterk mobiliteitsbeleid. We zetten in op voldoende vorming en sensibilisering, maar waar nodig wordt de naleving ook afgedwongen via controle en desgevallend sanctionering. Dit moet opnieuw een prioriteit worden in de politiezone.
• We passen het GAS-reglement aan, zodat kleine verkeersinbreuken niet enkel door de politie kunnen worden vastgesteld, maar ook door speciaal daarvoor aangestelde ambtenaren.
• Een aantal gevaarlijke kruispunten maken we veiliger (o.m. Geleg, Uitrit Liersebaan, Krekelenberg). We voeren verder overleg met het Vlaams Gewest voor het veiliger maken van de Rodendijk, onder meer over de mogelijkheden van een ventweg en het beperken van het aantal kruisingen van het fietspad.

Voetgangers en fietsers

• Het uitwerken van een voetpadenplan is één van onze prioriteiten. Zoerselaars moeten zich gemakkelijk en veilig te voet kunnen verplaatsen.
• Bestaande voetpaden moeten goed onderhouden zijn. Daar waar aanpassingen nodig zijn om voetpaden beter toegankelijk te maken voor mensen die minder mobiel zijn of mensen met een kinderwagen, voeren we die uit.
• Daarnaast onderzoeken we waar veilige voetpaden ontbreken. Bij ontwerpen van wegen is de veiligheid van voetgangers een van onze leidraden.
• We hebben oog voor het bijkomend creëren van toegankelijke en veilige voetgangersverbindingen en voetgangerscirkels.
• We zorgen ervoor dat voet- en fietspaden er in de eerste plaats zijn voor voetgangers en fietsers en dat geparkeerde (brom)fietsen, steps en wagens, verkeersborden en borden van winkeliers hun doorgang niet verhinderen.
• Om de veiligheid van oversteekplaatsen voor voetgangers te vergroten, laten we de zebrapaden doorlopen over de fietspaden. Het is belangrijk dat fietsers en bromfietsers de voorrangsregels aan deze zebrapaden ook naleven.
• We voorzien voldoende rustpunten in de dorpskernen voor wie te voet of met de fiets onderweg is.
• We zorgen voor meer toiletgelegenheden in de kernen.
• We zorgen voor goed onderhouden en veilige fietspaden en oversteekplaatsen voor fietsen.
• In het kader van de aanleg van de riolering op de Sint-Antoniusbaan voorzien we een nieuw en veilig fietspad. Voor een veilige fietsverbinding tussen Sint-Antonius en Westmalle willen we verder gaan dat de huidig geplande voorlopige aanpassingen. We blijven dan ook bij het Vlaams Gewest aandringen op de aanleg van een volledig vrijliggend fietspad langsheen de N12 tussen Sint-Antonius en Westmalle, alsook voor de realisatie van een nieuw fietspad langsheen de N14 tussen Zoersel en Oostmalle.
• Waar de aanleg van een fietspad niet mogelijk is, voorzien we alternatieven om het fietsen veiliger te maken zoals fietssuggestiestroken. We bekijken per locatie wat de beste maatregel is.
• Het creëren van fietsstraten doen we strategisch en doordacht: in buurten waar er veel jonge fietsers komen, in korte straten…
• Grotere evenementen in onze gemeente moeten vlot bereikbaar zijn met de fiets. We ondersteunen de organisatoren bij het voorzien van voldoende en veilige fietsstallingen.
• We gaan verder met de verledding van de verlichting. We voorzien slimme verlichting op fietsverbindingen.
• We voorzien slimme en stuurbare verlichting op gerichte locaties waar evenementen doorgaan, zodat er voldoende licht is op het moment dat dat nodig is.
• In heel de gemeente voorzien we op strategische plaatsen (openbare gebouwen, haltes van openbaar vervoer…) voldoende en veilige fietsstallingen, niet enkel voor gewone fietsen, maar ook voor aangepaste fietsen.
• We blijven inzetten op trage wegen als stap- en fietsverbinding tussen de verschillende woonkernen en andere belangrijke plekken (ook over de gemeentegrenzen heen).
• We werken actief mee aan en promoten systemen van deelfietsen. Ook het systeem van deelfietsen voor andersvaliden blijven we ondersteunen.
• De Velotheek Op Wielekes, een uitleendienst voor kinderfietsen, blijven we ondersteunen.
• We stimuleren het gebruik van de fiets bij het gemeentelijk personeel voor dienstverplaatsingen binnen de gemeente.
• De wandel- en fietsknooppuntenroutes die doorheen onze gemeente lopen zijn ook toeristische troeven. We zetten deze verder in de kijker en dragen zorg voor hun onderhoud en aantrekkelijkheid, onder meer door het voorzien van voldoende rustplaatsen.
• We investeren in alternatieve veilige fietsroutes, zodat fietsers zich zoveel als mogelijk apart van auto's kunnen verplaatsen.

Openbaar vervoer

• We blijven ijveren voor een goede ontsluiting van al onze deelgemeenten met het openbaar vervoer. Dat betekent voldoende en betrouwbare verbindingen en voldoende bushaltes, zowel voor reguliere lijnen als voor de flexbus.
• Een rechtstreekse verbinding vanuit Halle naar Antwerpen via een snelbus is voor ons een prioriteit om voor te leggen in de vervoersregioraad.
• We blijven ook ijveren voor het verbinden van onze eigen dorpskernen met het openbaar vervoer.
• Bushaltes moeten toegankelijk zijn voor mensen met een beperking of mensen met een kinderwagen, in het bijzonder in de dorpskernen en in de buurt van openbare gebouwen, voorzieningen, winkels…
• We faciliteren het dat mensen kunnen kiezen om vervoerswijzen te combineren, en moedigen hen hiertoe aan, onder meer door:
• Voldoende en veilige fietsstallingen aan bushaltes in de dorpskernen
• Deelfietsen
• Carpoolparking
• We strijden voor een goede verbinding, zowel via de bus als voor fietsers tussen de Zoerselse deelgemeenten en het treinstation Noorderkempen.
• Ook mensen die moeilijker of niet gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, moeten mobiel kunnen zijn. We blijven dan ook de minder mobielen centrale (MMC) en Handicar Zoersel ten volle ondersteunen, en volgen de werking van de flexbus van kortbij op.

Auto (Privaat) vervoer

• Ondanks het feit dat we er op inzetten dat mensen zich veilig en comfortabel te voet of met de fiets kunnen verplaatsen, en de mogelijkheden van openbaar vervoer willen verruimen, gebruiken veel Zoerselaars de wagen en blijft het gebruik vaak zelfs ook noodzakelijk. Ook dat moet vlot en veilig kunnen gebeuren.
• De evolutie naar elektrisch rijden zet zich door en daar spelen we op in. Bij het uitbreiden van het aantal parkeerplaatsen voorzien we voldoende laadpunten voor elektrische auto's.
• Grote infrastructuurprojecten moeten voldoende private en publieke parkeerplaatsen voorzien.
• We verwelkomen autodeelsystemen en willen mensen aanmoedigen hier gebruik van te maken en bijv. hun tweede wagen in te wisselen voor een deelwagen. Wanneer we bijkomende parkeerplaatsen creëren, kunnen we ook ruimte bieden aan deelwagens.
• Bij maatregelen om sluipverkeer te verminderen of de snelheid van het verkeer af te remmen, zetten we de veiligheid van de voetgangers en fietsers voorop. Ongevallen gebeuren het vaakst bij een manoeuvre en dat willen we natuurlijk zoveel mogelijk vermijden.
• Ingrepen in het verkeer om de snelheid af te remmen of om sluipverkeer te verminderen, gebeuren steeds in het kader van een breed wijkcirculatieplan én in overleg met de buurt.
• Zones 30 creëren we op plaatsen waar dat voor de veiligheid en leefbaarheid aangewezen is.

School

• Veiligheid in de schoolomgeving is een absolute prioriteit. We moedigen ouders en leerlingen aan zoveel mogelijk te voet of met de fiets naar school te komen. Soms kan het echter niet anders dan met de auto. Om dat veilig te laten verlopen voorzien we afzonderlijke kus- & zwaaizones aan elke schoolingang, die voldoende verwijderd zijn van de toegang voor fietsers en voetgangers.
• We brengen de parkeernoden in de schoolomgevingen per school in kaart en zoeken samen met de school naar oplossingen.
• We maken opnieuw werk van de aanduiding en beveiliging van schoolfietsroutes, en dit in de drie deelgemeenten en naar de verschillende scholen, alsook van schoolstaproutes.
• In samenwerking met de politie en de scholen zetten we in op opleiding rond veilig fietsgedrag, fietsbehendigheid, een fietsexamen en fietscontroles.
• De gemachtigde opzichters aan het begin en/of het einde van de schooldag blijven enorm waardevol. We blijven inzetten op het werven en vormen van gemachtigde opzichters en versterken hen in hun rol als verkeerseducatoren.

Bij wegenwerken, bouwwerken, verkeersingrepen…

• Bij wegenwerken of bouwprojecten houden we de omleiding voor voetgangers en fietsers zo kort en veilig mogelijk, ook als daardoor de omleiding voor auto's langer wordt.
• We zien erop toe dat verkeerssignalisatie bij omleidingen en wegenwerken correct en duidelijk is. Hetzelfde geldt bij voorlopige en definitieve verkeersingrepen.
• We onderschrijven het Charter Werftransport om bij te dragen aan een maximaal bereikbare, leefbare en veilige schoolomgeving tijdens private en publieke bouw- en wegenwerken. Dat betekent concreet dat er aan het begin en het einde van de schooldag geen vrachtwagens langs schoolpoorten rijden. We kijken erop toe dat deze afspraken daadwerkelijk worden nageleefd.
• Na afloop van de werken controleren we de staat van de wegen, inclusief fiets- en voetpaden.

VEILIGHEID

• In het algemeen willen we onze Zoerselse samenleving opbouwen op basis van vertrouwen, niet op angst. Wie of wat angst zaait pakken we aan.
• Met buurtbemiddeling (burenbemiddeling) zetten we in op het voorkomen en beperken van buurtconflicten en helpen we buren met elkaar te communiceren en een duurzame oplossing te vinden.
• De bemiddeling kan worden opgenomen door een buurtcoach of een wijkinspecteur. Beiden moeten fungeren als laagdrempelig aanspreekpunt en als kenniscentrum. Buurtgerichte politiewerking verbindt mensen in een wijk en verhoogt de veiligheid en het veiligheidsgevoel.
• Bemiddeling kan ook in geval van overlast (lawaai, sluikstorten, vandalisme…) vaak leiden tot goede oplossingen. Bij herhaaldelijke inbreuken kan en moet er kordaat worden opgetreden, onder meer door middel van GAS-boetes.
• Het gebruik van mobiele camera's kan ontradend werken op plaatsen waar er groter risico is op (fiets)diefstallen, vandalisme, sluikstorten… We breiden het gebruik van mobiele camera's uit.
• Goede samenwerking en communicatie tussen buurt en politie vinden we belangrijk. We evalueren en herwaarderen daarom de BIN-werkingen (buurtinformatienetwerk). Daarbinnen sensibiliseren we mensen om waakzaam te zijn en voldoende te communiceren, ook over de goede dingen die gebeuren.
• BIN-coördinatoren brengen we regelmatig samen om goede praktijken te kunnen uitwisselen.
• Om te kunnen anticiperen op mogelijke problemen en om bij problemen snel te kunnen reageren, is een aanspreekbare wijkinspecteur heel belangrijk. We gaan na hoe we de wijkinspecteur nog dichter bij de mensen in de wijk kunnen brengen.
• Bestrijden van criminaliteit gebeurt kordaat en op basis van een veiligheidsplan en analyses. We denken daarbij aan onder meer woninginbraken, intrafamiliaal geweld, veilig verkeer en drugs.
• Via het DPP (drugpreventieproject) wijzen we jongeren op de gevaren van drugs en verslaving en voeren we ontradende campagnes. Op gevoelige plaatsen worden regelmatig (anonieme) controles gedaan.
• Acties tegen fietsdiefstallen zijn mee prioritair in het politiebeleid. Op diefstal- en vandalismegevoelige plaatsen beveiligen we de stallingen met (mobiele) camerabewaking.
• We zorgen voor de aanwezigheid van de wijkinspecteurs tijdens het wijkoverleg en bij het onthaal van nieuwe inwoners.
• Buurtgerichte politiewerking verbindt mensen in een wijk en verhoogt de veiligheid en het veiligheidsgevoel. De wijkinspecteur moet beschikbaar en bereikbaar zijn in de buurt en bij evenementen in de nabije omgeving.
• Goede contacten tussen wijkagenten en de sociale dienst kunnen waardevol zijn in geval van conflicten of geschillen.
• We waarderen en ondersteunen de werking van de hulpdienst, die mee zorgen voor de veiligheid bij evenementen.
• Het wijkoverleg grijpen we aan om buurten te sensibiliseren inzake inbraakpreventie en brandpreventie. Rond deze thema's houden we regelmatig sensibiliseringscampagnes en politieacties. We bieden mensen ondersteuning via advies voor het beveiligen van de woning en woningtoezichten bij afwezigheid.
• Bij evenementen wordt voldoende aandacht besteed aan preventie en veiligheidsplannen.
• We blijven ijveren voor een lokale binding met de brandweer. Een lokaal team moet aanspreekbaar zijn voor kleine en dringende interventies, wespennesten, enz.
• In overleg met brandweerzone Rand zorgen we voor een slagkrachtig en goed uitgerust brandweerkorps.
• We zorgen voor een steeds up-to-date-rampenplan en voldoende personeelscapaciteit met betrekking tot veiligheid.